Inspreektekst oktober 2016

Inspreektekst voor de commissie Ruimtelijke Ordening, gemeente Heerlen.

door Albert Kampermann, voorzitter stichting

Geachte voorzitter, raadsleden,

Het voorstel van B&W is het masterplan uit 2009 los te laten en in plaats daarvan het nieuwe plan van transformatie voor de Sibelco groeve te accepteren. De huidige vergunning wordt dan verlengd en de Mijnsteenberg ONIV afgegraven, waarmee een van de laatste grote getuigen van ons mijnverleden verloren gaat. In het Plan van Transformatie wordt de berg geheel afgegraven om het puin vervolgens verder langs de Brunssummerheide te dumpen en wat daar op elkaar wordt ‘gebuldozerd’ moet dan een aandenken gaan voorstellen. Uitermate cynisch vind ik dat, een belediging voor het mijnverleden.

U mag dus andermaal om een nieuw raadsbesluit nemen inzake het Sibelco dossier. Gelukkig maar, want dat biedt de kans om in de loop der tijd veranderende omstandigheden en nieuwe inzichten mee te wegen in een nieuw besluit.

Zo zijn er voortschrijdende inzichten en ontwikkelingen betreffende ons mijnverleden. Algemeen was het gevoelen dat de actie ‘van zwart naar groen’ vorige eeuw te rigoureus is geweest. Met de abrupte sluiting van de mijnen verloor onze streek de motor waar niet alleen de economie, maar de hele samenleving grotendeels van afhankelijk was. Een pijnlijk proces waar we 50 jaar later de naweeën nog van voelen. Van nieuwe industriële activiteiten was nauwelijks sprake. Vervolgens kwam de grote saneringsoperatie, waarbij zoveel mogelijk sporen van dat mijnverleden zijn uitgewist. De identiteit van deze regio werd ontkend. Alsof we ons moesten schamen voor ons verleden. Vorig jaar -het jaar van de Mijnen- beseften we hoe respectloos is omgegaan met de erfenis van de industrie die Heerlen groot heeft gemaakt.
Respectloos ook jegens de generaties mijnwerkers-voor-ons die hun gezondheid en vaak ook hun leven daarbij hebben opgeofferd.
De Universiteit van Amsterdam schreef een artikel onder de veelzeggende titel “Krimpregio op zoek naar identiteit en toekomst”. Daarin schetsen de auteurs dat het moderne erfgoed in Heerlen, met uitzondering van de mijn koloniën, is verdwenen en wordt er verwezen naar het creatieve hergebruik van de oude mijncomplexen in bijv. het Ruhrgebied. Iets waar wij jaloers op mogen zijn.
Gelukkig is er de laatste jaren een terechte en nodige herwaardering gaande van het mijnverleden. Er is dan eindelijk een mijnmuseum. Er zijn recentelijk films als “Glűck Auf” en “Mijnstreekcomplex” uitgekomen en het boek “Het Geluk van Limburg” is een doorslaand succes. Hierin worden de actuele problemen van met name post-mijnwerkersgeneraties in Parkstad herleid naar het wegvallen van die identiteit, uit een verleden dat richtinggevend is geweest in het bestaan van duizenden gezinnen. Bij Roda support wijst men op belang van de ‘Koempelmentaliteit’ bij jongeren met een grote afstand tot de arbeidsmarkt.

Het Jaar van de Mijnen zou een begin moeten zijn voor een symbiose, een verzoening met onze ‘roots’. We hebben geconcludeerd dat we zorgvuldig om moeten gaan met wat van ons mijnverleden is overgebleven. Dat we elementen die aan de grote sanering van de vorige eeuw zijn ontsnapt, moeten koesteren en bewaren voor de komende generaties.
De Mijnsteenberg ONIV is zo’n element. Deel met ons het inzicht dat deze mijnsteenberg als een cultuurhistorische herinnering en tastbaar bewijs van het mijnverleden bewaard moet blijven.
Behoud van de Mijnsteenberg ONIV biedt prachtige kansen. Voor de positionering van de stad, voor nieuwe werkgelegenheid. Samen met de schachtbok van de ONI zijn ze dé karakteristieken van een mijnzetel. Dat vereist de restauratie van de leermijn, de ondergrondse vakschool en het aanbrengen van een samenhang met het mijnmuseum. Denk ook aan de IBA projecten.
De berg als blijvend onderdeel van een ensemble waartoe ook de Maria Christina wijk in Heksenberg en de Leenhof in Schaesberg behoren. Deze mogelijkheden zijn al eerder bepleit door provinciale en gemeentelijke adviescommissies en zelfs door de toenmalige Raad voor Cultuur van het Ministerie. Ik refereer tenslotte aan de Tourism Award, waar Parkstad terecht trots op mag zijn, onder meer toegekend omdat, en ik citeer het persbericht: “politieke leiders met visie onder meer het mijnverleden koesteren”.

Geachte raad, de mijnsteenberg van de ON-IV staat krachtig symbool voor het mijnverleden.
U heeft een mandaat van de kiezer om de stad de gewenste ontwikkeling te geven die past bij draagvlak en mogelijkheden.

Vandaag hebben wij, gelet op de erfgoedverordening Heerlen, een aanvraag ingediend bij B&W om de Mijnsteenberg als monument voor Heerlen en Parkstad te behouden. We vragen u dringend om dit initiatief te steunen. De Mijnsteenberg hoort niet toe aan een Belgische multinational die onze mooie streek als ‘wingewest’ gebruikt. Met een monumentenstatus wordt naar onze overtuiging recht gedaan aan onze regio en een verleden waar we trots op mogen zijn.

Dank u.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Pin It on Pinterest